Collegiale visitaties

Uit onderzoek blijkt dat visitatie een krachtig instrument is, mits wel goed georganiseerd. Zowel het bij een ander kijken als door een ander bekeken worden levert veel input en feedback op. Daarbij is het goed structureren en organiseren van belang voor de uitkomst en de kwaliteit. Vanuit het 70-20-10 principe krijgen we het grootste leereffect door te doen, door tijdens het werk ervaringen uit te wisselen (70%) en door informeel leren zoals bij coaching en feedback (20%). Slechts 10% leren we bij formele trainingen. Collegiale visitaties zitten zowel in het bereik van de 70% als van de 20% en hebben dus hoge leereffect mogelijkheden. Veel docenten geven daarbij aan graag bij elkaar te willen kijken en hiervan te leren. In de praktijk “komt het er echter zo weinig van”.

Om nu scholen te ondersteunen in het organiseren van collegiale visitaties en netwerken hieromtrent op te zetten wil ik ondersteuning bieden in de vorm van organisatie en training. Hierbij maak ik gebruik van de progressiegerichte insteek. Wat wil de docent, het team, de school zelf bereiken? Het is belangrijk deze vraag zo helder mogelijk te krijgen. Bij de lesbezoeken staat deze ontwikkelvraag vervolgens voorop, zo mogelijk op individueel niveau. De spiegel die de docent terugkrijgt is een ondersteunende, geen beoordelende. Er wordt samen gekeken naar wat er al gedaan wordt, wat er al goed gaat en in gesprek wordt verkend wat betrokkene kan doen om verder aan de vraag tegemoet te komen, gebruik makend van de kracht van de persoon, de school of het team. Dit kan d.m.v. vragen om zo zelf naar oplossingen te kunnen komen of gerichte feedback maar ook d.m.v. tips & adviezen. Hierna worden de eerste te zetten stappen besproken en gedeeld.

Zo leren we met elkaar stap voor stap onszelf te verbeteren.

Progressiegerichte lesbezoeken

In samenwerking met de NOAM ben ik op de Pierson gestart met progressiegericht lesbezoeken. Al eerder waren de drie universele psychologische basisbehoeften: autonomie, competentie en relatie (Deci and Ryan, 2000), de basis voor aanpakken in het begeleiding en coaching van leerlingen, klassen en ook individuele medewerkers en secties. In de school werd het “oplossingsgericht” werken gemeengoed in alle afdelingen met geweldige resultaten. De bottom-up groeiende visie heeft de leerlingen en daarmee ook de medewerkers en de organisatie veel vooruitgang en autonome motivatie gebracht.

Ook bij de progressie gerichte lesbezoeken gaan we uit van wat de betreffende docent wil bereiken, wat hij/zij al goed doet op dat terrein en hoe hij/zij daar verdere vooruitgang in kan boeken. Het feit dat een docent doet waar hij/zij geheel achter staat doet de autonome motivatie groeien, waarmee het effect sterk is. Daarbij nemen we ook de ideeën van Carol Dweck over de Growth Mindset ter harte. De autonomie ondersteunende en Growth Mindset stimulerende interventies hebben een positieve richting, in trainen, instrueren, helpen en sturen.

Concreet betekent het dat we uitgaan van wat er goed gaat en dat willen versterken. Met name het eigenaarschap van zowel leerlingen als docenten wordt daarmee versterkt.

Andere ondersteuningsmogelijkheden (op VO-scholen):

  • Tijdelijke ondersteuning als “interim” bij bevallings-, sabbatical of kortdurende ziekteverloven van conrectoren of teamleiders.
  • Organiseren en voorbereiden van een inspectiebezoek
  • Opzetten van een interne “academy” waarbij ook gebruik gemaakt wordt van de grote potentie die veelal in de scholen zelf te vinden is.
  • Klussen in de school waar even intern geen bemensing voor te vinden is, die af te bakenen zijn en waar iemand met de nodige ervaring goed inspringen kan.
  • Vertaal klussen behoren ook tot de mogelijkheden.